Artikel Het Parool: De macht van de supermarkt: tekst Hiske Versprille, vrijdag 27-9-2013
Supermarkten zetten aan tot overeten
Supermarkten zetten aan tot overeten. Dat zeggen voedselwetenschappers en gezondheidsdeskundigen. Er gebeurt al wel het een en ander tegen, maar het is bij lange na nog niet genoeg. Tijd voor verbetering.
Wie na een lange dag werken, moe en een beetje knorrig, samen met een vijfjarige de grootgrutter betreedt, kan het letterlijk voelen trekken. De overdaad aan lekkere, kleurige, goedkope producten vraagt om een ijzeren zelfdiscipline. Niet verslappen, nou snel een broccoli in het mandje. Mooi, een broccoli, dat is een goed begin. Wat zullen we er straks eens voor gezonds mee gaan maken?
Maar eerst moeten we de hele winkel nog door voor we onze gezonde keuze kunnen afrekenen. Langs de snoep, de koek, de vette kazen, de borrelnootjes links en de speciaal bieren rechts. En we hebben dan wel een broccoli in ons mandje, moe en knorrig zijn we nog steeds. De vijfjarige ontwaart de Spongebobkoekjes en de Dora-chocola (hij kan haast niet anders–ze liggen precies op zijn ooghoogte) en laat luidruchtig weten dat véél liever te eten dan broccoli. Er moeten tientallen kleine keuzes worden gemaakt, aanbiedingen gescand–het is weer supermarktoorlog, immers–en uiteindelijk pakken we maar gewoon wat het aantrekkelijkst lijkt.
Bij de kassa glimmen en knisperen de snoeprepen ons tegemoet, de kast waarin ze liggen, staat zo dichtbij dat het bijna moeilijk is ze níet aan te raken. Onderin een aanbieding gevulde speculaas. Zeg daar maar eens nee tegen.
Een volksziekte
We hebben er bijna allemaal moeite mee. Inmiddels is de helft van de Nederlanders te dik, en obesitas brengt gezondheidsrisico’s met zich mee, zoals diabetes type 2. Mensen die als kind te dik worden, houden daar vaak blijvend last van op volwassen leeftijd.
Ralph Moorman – in deze krant bekend als Hans van der Beeks coach in Hans halveert– is levensmiddelentechnoloog en gezondheidsconsulent. Moorman schreef een boek over keuzesmaken bij het boodschappen doen en wil nu ‘als een soort Robin Hood’ ten strijde trekken tegen de supermarkt. “Er wordt gedaan alsof overgewicht alleen het gevolg is van individuele keuzes,” zegt hij, “ maar dat ligt niet zo simpel. Het is een structureel en maatschappelijk probleem, een volksziekte
Obesogene wereld
De wereld waarin we leven wordt de laatste tijd beschreven als ‘obesogeen’. Dat betekent dat de omgeving aanzet tot overeten en te weinig tot bewegen. Moorman: “Vier miljoen Nederlanders per dag bezoeken de supermarkt. Supermarkten zijn als onderdeel van onze dikmakende omgeving zo belangrijk, dat zonder hun medewerking de strijd van de overheid tegen overgewicht vergeefs zal zijn.”
Moorman is niet de enige die supermarkten probeert te bewegen tot verandering. De Consumentenbond bracht in 2006 en 2008 rapporten uit over wat supermarkten doen om een gezonde keuze makkelijker te maken. De meesten scoorden daar matig, behalve Albert Heijn. Er werd gekeken naar de plek die werd ingeruimd voor gezonde producten, het aantal aanbiedingen ervan en de aanwezigheid van ongezonde producten bij de kassa. Ook werd gecontroleerd op de manier waarop supermarkten speculeren op de ‘zeurkracht’ van kinderen door snoepgoed, vooral kindersnoepgoed, op kinderhoogte te hangen.
Convenant Gezond Gewicht
Vanaf 2008 is wel één en ander veranderd. In 2009 ondertekende het CBL, de brancheorganisatie van supermarkten het Convenant Gezond Gewicht. Sindsdien is portie aan calorieën, suikers en vetten levert. Ook streven supermarkten en de industrie naar minder zout en verzadigd vet in voedsel.
Henrieke Crielaard van het CBL: “We hebben branchebreed verbeteringen doorgevoerd in samenwerking met de industrie, bijvoorbeeld bij het zoutgehalte in vleeswaren en groente in blik en pot.”
Ook staat op meer producten het Vinkje, het keurmerk dat op artikelen aangeeft of iets een gezond basisproduct of in zijn soort de ‘gezondere’ of minst ongezonde keus is. Albert Heijn is bijna gestopt met het verkopen van snoep aan de kassa.
Gezond eetpatroon relatief duurder
Ondertussen is een gezond eetpatroon relatief duurder dan een ongezonder eetpatroon. De gezonde keuze is qua prijs dus lang niet altijd de aantrekkelijke keuze.
Ingrid Steenhuis, universitair hoofddocent gezondheidswetenschappen aan de VU, deed vorig jaar een groot onderzoek naar de invloed van prijs op het koopgedrag van consumenten, onder andere met behulp van een virtuele supermarkt. Hieruit bleek dat (zowel in de virtuele als in de ‘echte’ supermarkt) het goedkoper maken van groente en fruit vooral groepen met een lage sociaal-economische status duidelijk stimuleert meer gezonde voeding te kopen, zonder dat het bespaarde geld naar ongezonde dingen, rijk aan vet en suiker, ging.
Steenhuis begint binnenkort met een vervolgonderzoek naar de invloed van extra belasting van ongezonde producten. Steenhuis: “Supermarkten kunnen véél meer doen om het gedrag van hun klanten te veranderen, alleen al door de plek die ze de spullen geven in de winkel en in de schappen.
Supermarkten kunnen véél meer doen
Aan de ‘kop’ van de gangpaden, zeer populaire plekken in de winkel, zie je meestal ongezonde, bewerkte producten. Bewerkte, vet- en suikerrijke producten zijn vaker in de aanbieding dan gezonde. Ook zou er beter naar portiegroottes moeten worden gekeken: die zijn de afgelopen jaren erg gestegen. Je ziet dat bij zakken chips of bij de voorgesneden kaas: de plakken zijn veel groter dan een paar jaar geleden, en er zitten er nog meer in een pakje.”
Ook Jaap Seidell, universiteitshoogleraar aan de VU en medeontwikkelaar van het Vinkje, vindt dat er nog veel moet gebeuren. “Supermarkten zijn vreselijk belangrijk bij het verbeteren van het eetpatroon van consumenten. Er wordt vaak naar de industrie gewezen–de Nestlés, de Coca Cola’s–maar de supermarkten bepalen meer dan wie ook wat het aanbod is, wat het kost, en wat in de aanbieding gaat. Ze zijn enorm machtig.”
Moorman: “Supermarkten moeten hun klanten veel meer stimuleren beter en minder te eten. Ze moeten minder fabrieksmatig samengestelde levensmiddelen bieden die veel suiker, vet, zout en/of smaakversterkers bevatten en weinig ‘echte’ voedingswaarde.”
Seidell: “Ik hoop echt dat de supermarkten stappen gaan maken. Je ziet al dat bedrijven veranderen als de consument dat graag genoeg wil; kijk maar naar de plofkip. Met gezonde voeding zal zoiets hopelijk ook gaan gebeuren.”
Consument beslist in supermarkt
Iedereen is zo gewend aan de indeling van de supermarkt dat het lijkt alsof dit altijd zo is geweest. Maar er is veel onderzoek gedaan naar het koopgedrag van consumenten. Maar liefst tachtig procent van de beslissingen die de klant maakt, wordt in de winkel genomen in plaats van bijvoorbeeld bij het maken van een lijstje. Dat geeft de supermarkt ruimte de consument te verleiden iets aan te schaffen wat ze van tevoren niet hadden gepland.
De basisproducten die het meest worden gekocht, zoals brood, vlees, zuivel, staan in de uithoeken van de winkel. Zo moet je voor de dagelijkse boodschappen door de hele winkel lopen, langs zo veel mogelijk schappen en producten. Ook het feit dat de gezonde, verse producten meestal bij de ingang staan, is geen toeval: als klanten als eerste iets gezonds in hun mandje gooien, geeft dat een gevoel dat ze goed bezig zijn, en zullen ze daarna eerder extra (en vaak ongezonde) producten kopen. De duurste producten liggen op ooghoogte, kinderproducten op kinderhoogte – niemand wil een krijsende peuter in het gangpad, dus ouders laten zich vaak overhalen.
Mensen raken van zo veel keuzes en prikkels een beetje verdoofd. Het is dan ook geen toeval dat chocolade, chips en kauwgom zich vaak in de buurt van de kassa bevinden. In de levensmiddelenbranche wordt de uitstalling zoet bij de lopende band dan ook een ‘impulsmeubel’ genoemd.
Boodschappen tips van Ralph Moorman
- “Kook zelf! Bijna alle ongezonde producten in de supermarkt zijn bewerkte fabrieksproducten. Gelukkig ligt er voldoende vers voedsel om gezond te eten. Blijf met je voedsel zo dicht mogelijk bij de natuur, eet vooral wat onze voorouders aten in de tijd voor fabrikanten zich met ons voedsel gingen bemoeien.”
- “Wees je bewust van de trucjes. Zout, vet en suikers zijn vaak instrumenten in een orkest van smaken en kraken, structuren en kleuren die speciaal is samengesteld om jou te laten dooreten. Niemand eet suikerklontjes of een hele zak ongebrande noten, maar bij zoiets als borrelnootjes is het enorme verleidelijk dóór te eten. Van gekleurde M&M’s eten mensen meer dan van M&M’s in maar één kleur. Als je deze trucjes kent, kun je er rekening mee houden.”
- “Lees het etiket! Ingrediënten worden vermeld in volgorde van afnemende hoeveelheid, dus het eerstgenoemde komt het meeste voor. Fabrikanten gebruiken vaak schuilnamen voor ongezonde producten: transvet bijvoorbeeld, dat aanwijsbaar slecht voor je is, wordt vaak ‘gehydrogeneerde plantaardige olie’ genoemd.”
- “Laat je niet misleiden! Als ergens ‘zonder toegevoegde suikers’ op staat, is het vaak een product dat van nature al vol suiker zit. Een product ‘met natuurlijke suikers’ bevat vaak vruchtensuiker uit geconcentreerd sap. Die zijn niet gezonder.
1 Reactie
[…] De macht van supermarkten […]